Najaarsdip bij zeugen

De najaarsdip is een jaarlijks terugkomend fenomeen. Op veel varkensbedrijven zijn de dek- en drachtresultaten dan ook minder goed.

De najaarsdip is een jaarlijks terugkomend fenomeen.
Op veel varkensbedrijven zijn de dek- en drachtresultaten dan ook minder goed. Zeugen worden minder vlug bronstig, er zijn meer terugkomers en zeugen verwerpen vlugger. Ook zien we kleinere en minder vitale tomen. Na een warme zomer is dit probleem nog beter merkbaar.

Verminderde vruchtbaarheid in het najaar is een natuurlijk fenomeen dat nog altijd ingebakken zit in de genetische code van de moderne zeug. Deze najaarsdip wordt veroorzaakt door het afnemen van de daglengte en de afwisseling tussen warme dagen en koude nachten. M.a.w. zonder specifieke maatregelen heeft de najaarsdip een duidelijk negatief effect op de vruchtbaarheid van uw zeugen en de kwaliteit van uw biggen.

ENKELE TIPS :

  • De temperatuur in de drachtstal dient constant tussen 18-21⁰C gehouden te worden. In de kraamstal is een minimum van 25°C noodzakelijk Vooral grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht hebben een negatieve invloed. Pas de ventilatie aan en houd de deuren steeds gesloten om tocht te vermijden.
  • Een constant lichtmanagement in de dekstal is zeer belangrijk. Een zeug heeft na spenen behoefte aan 100 lux gedurende 16-18u per dag. 100 lux komt overeen met 1 tl-lamp per 2 á 3 dieren geplaatst op een meter boven de kop van de dieren. Let er op dat de afkapping steeds proper is. Ook in de drachtstal is een constant dag- en nachtritme nodig. Dit dient eveneens 16u per dag te bedragen met een lichtintensiteit van meer dan 40 lux. De conditie van de zeug is steeds bepalend voor de vruchtbaarheid in de opvolgende cyclus. Beperk het conditieverlies in de kraamperiode! Stimuleer de voederopname tijdens de lactatie, geef een bronstvoeder of extra suiker na het spenen. Geef gespeende zeugen na het dekken voldoende voeder. Begin met een hoog voederschema in de eerste maand van de dracht voor een volledig conditieherstel.
  • Controleer de voederdosators : het soortelijk gewicht kan door bv. nieuwe graanoogst variëren en vergeet ook niet de voedergift terug met +/- 200 g te verhogen indien deze in de zomermaanden werd aangepast.

 

 

Indien u nog meer informatie hieromtrent wenst, neem dan gerust contact op met uw begeleidende contactpersoon bij Voeders Ostyn.